Wat is het belang van spelen?

We weten eigenlijk allemaal dat spelen erg belangrijk is voor kinderen en hun ontwikkeling. Leren doe je niet door stilzitten en luisteren, leren doe je door doen en ervaren. Waarom is het dat we dit weten, maar dat kinderen toch steeds minder spelen en meer stil moeten zitten.

Wat is het belang van spelen bij kinderen? Om deze vraag te beantwoorden moeten we ons eerst realiseren wat spelen is en wat er gebeurt als kinderen spelen. Pas als we begrijpen wat spel en spelen is kunnen we de kansen zien die ontstaan wanneer we kinderen laten spelen vanuit een intrinsieke motivatie.

Wat is spelen?

Rob Martens, hoogleraar van de Open Universiteit en wetenschappelijk directeur van stichting NIVOZ, benoemt in het eerste hoofdstuk van zijn boek We moeten spelen (2019) wat de belangrijkste kenmerken van spel zijn. Ik wil ook beginnen met deze kermenken even kort op te noemen:

  1. Spel is vrijwillig, de deelnemer kiest er zelf voor om (mee) te spelen.
  2. Spelen gaat gepaard met plezier, betrokkenheid en inzet.
  3. De speler neemt en houdt zelf het initiatief en blijft spelen zolang het boeiend is.
  4. Spel dient geen duidelijk doel. Het doel lijkt in het spel zelf besloten te zitten, dus in het proces.
  5. In spel leef je je, omdat het ‘niet echt’ is, vaak in een rol in.
  6. Spel kent een fysieke en mentale begrenzing, in tijd en plaats.

Ik heb een aantal begrippen dik gedrukt, dit zijn in mijn ogen de belangrijkste begrippen waar we ons als pedagogische professional (of dat nou in kinderopvang of het onderwijs is) bewust van moeten zijn als we bezig zijn met het spel van kinderen.
Kijkend naar de kenmerken van spel zou je kunnen zeggen dat de vrijwillige aard van spel het belangrijkste is, dit kenmerk staat niet voor niks boven aan. Doordat spel vrijwillig is, is er een sterke intrinsieke motivatie en is er initiatief vanuit de speler waardoor er direct betrokkenheid en inzet is.
Het proces van spelen is het doel op zich en daar zit het leer element ook in. In spel is er ruimte voor het maken van fouten en het opnieuw proberen. Door de intrinsieke motivatie is er die drive om dingen opnieuw en opnieuw te proberen waardoor er bewust of heel vaak ook onbewust allerlei verbanden gelegd en conclusies getrokken worden en dat vormt het leerproces en ook het doel van spel.

Intrinsieke & extrinsieke motivatie

Intrinsieke motivatie is de motivatie die vanuit jezelf komt. Als je intrinsiek gemotiveerd bent, doe je iets omdat je het graag wilt, niet omdat je van buiten af wordt gemotiveerd dit te doen.

Bij extrinsieke motivatie doe je iets omdat dit van een ander moet of omdat er een andere externe prikkel is die je drijft. Een externe prikkel kan bijvoorbeeld een beloning zijn, of de dreiging van straf als je iets niet doet.


Maar spel heeft ook te maken met grenzen opzoeken en verleggen. In spel ontdek je wat je kan en wat mag, dit zijn dingen die je moet ontdekken en daarvoor is veel oefening nodig en daarom zal er in spel regelmatig over grenzen heen gegaan worden.
Je ziet dus dat spel veel meer is dan alleen dat gene wat we zien (het materiaal en de motorische handelingen), spel is ook sociaal en communicatief en spel is zelfs het hele proces dat in de hersenen plaats vindt.

Wil je dieper ingaan op de vraag ‘wat is spel’ dan zou je het boek van Rob Martens (2019) We moeten spelen kunnen lezen.

Wat is het sociale belang van spelen?

In de eerste levensjaren spelen kinderen nog niet samen, maar zelfs bij het spelen met het zelfde materiaal of naast elkaar spelen leren kinderen stap je voor stapje de sociale rollen van het spel waardoor uiteindelijk het 'samen spelen' ontstaat. En vanaf het moment dat kinderen echt samen gaan spelen blijven ze natuurlijk hun sociale vaardigheden oefenen.
Omdat we net hebben geconcludeerd dat een van de kenmerken van spel is dat kinderen er vrijwillig aan mee doen, gaan ze al snel ontdekken dat je niet alleen met je eigen regels en ideeën rekening moet houden om het spel leuk te vinden en leuk te houden. Het is belangrijk om ook met anderen rekening te houden tijdens het spelen. Spel wordt tenslotte heel vaak leuker als je het samen doet. Denk bijvoorbeeld aan het simpele spelletje kiekeboe dat je met baby's al speelt. Dit spelletje is super sociaal en kan eigenlijk niet alleen gespeeld worden.

Tijdens het samenspelen leren kinderen om rekening te houden met de grenzen en wensen van anderen en leren hun eigen grenzen en wensen aan te geven aan anderen. Ze leren om de nodige signalen op te pikken, ze leren omgaan met winnen, maar ook om te gaan met verliezen en om dan sportief te zijn door blij te zijn voor de andere en je eigen teleur gesteldheid niet te veel te uiten.

Spel lokt onzekerheid, trots, boosheid, fanatisme, onsportief gedrag, samenwerken, voor elkaar werken, niet tegen je verlies kunnen, aanvoelen wanneer je je moet inhouden, doorzetten en opgeven uit  (Martens, 2019). Dit zijn allermaal gevoelens, emoties en sociale situaties waar kinderen door ervaring en oefening van leren.

Wat is het lerende belang van spel?

Behalve dat spelen leuk is en goed voor de sociale ontwikkeling is, leren we nog veel meer van spelen. Ja, je lees het goed; kinderen leren heel veel van spelen. Tijdens het spelen leert een kind dingen begrijpen en verbanden leggen door de dingen die hij uitprobeert.

De cognitieve ontwikkeling van een kind is niet makkelijk te observeren of ‘meten’. Het verwerven, verwerken, opslaan en vervolgens toepassen van kennis bij de mens is namelijk niet direct zichtbaar voor de buitenwereld. Echter, door bijvoorbeeld het gebruik van spraak-, taal- en motorische- en/of emotionele uitingen kan je een redelijk inzicht krijgen van het cognitieve niveau van een kind.
Al deze cognitieve processen vinden ook plaats tijdens het spelen. Maar ook is bekend dat het leerproces beter werkt wanneer er geleerd wordt vanuit intrinsieke motivatie. Met andere woorden, als kinderen een activiteit leuk vinden en er plezier in hebben, voelen ze van daaruit de behoefte om meer te weten te komen over de 'leerstof'. Wanneer kinderen een opgelegd iets moeten leren ontbreekt deze behoefte vaak waardoor ze minder betrokken zijn bij de leerstof en minder in zich opnemen.

Wanneer je het over spelen en intrinsieke motivatie hebt, is er maar één spelvorm waarin deze twee eigenschappen altijd gevonden worden en dat is vrijspel.

Conclusie

Spelen heeft een enorme invloed op leren, hierbij is het belangrijk dat spel aan een aantal kenmerken voldoet. De intrinsieke motivatie wordt versterkt wanneer spel vrijwilliger is en gepaard gaat met plezier en betrokkenheid. Hierdoor blijft de speler initiatief houden. Het initiatief blijven houden duidt er op dat de speler interesse heeft voor het spel dat gespeeld wordt.
Om iets te onthouden moet je verbanden zien, bedenken of verbeelden. Om dit te kunnen doen moet je eerst van alles uitproberen en met dingen experimenten om uiteindelijk te kunnen onthouden. Tijdens het spelen doet een kind dit soort ‘experimenten’ en leert het begrippen, kennis en de samenhang van zaken omdat het iets leuk vindt. De intrinsieke motivatie vergroot het leervermogen.
Doordat spel ook een sociaal aspect heeft en de sociale vaardigheden zelfs vergroot, kan de interactie tussen kinderen het leren nog meer versterken. Kinderen kunnen elkaar dingen leren en samen praten, overleggen en experimenteren.

Dus laten we kinderen meer laten spelen, ook op school

Reacties